Auteur: Chiel Morshuis
Op 24 maart hebben de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Sociale Zaken en Financiën gereageerd op de Kamervragen van GroenLinks-PvdA. Deze gingen over de belastingmaatregel die personeel van sociale werkplaatsen treft. De vragen werden gesteld door Lisa Westerveld en Esmah Lahlah. In de gegeven antwoorden erkennen de beleidsmakers de ernst van de situatie, maar ze geven aan dat er nog "geen concrete maatregelen" zijn getroffen om de gedupeerde werknemers te compenseren. Wel stellen ze dat ze in gesprek zijn met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), die bestaat uit vertegenwoordigers van Nederlandse gemeenten.
Lisa Westerveld noemt de reactie "ronduit teleurstellend". “Het feit dat er in de reactie stond dat de staatssecretarissen in gesprek gaan met de VNG noem ik niets minder dan het afschuiven van problemen die het kabinet zelf heeft gecreëerd.”
Esmah Lahlah is eveneens kritisch. “Er werd vooral technisch gereageerd, terwijl het hier juist gaat om de menselijke kant.” Ze kondigt aan verdere stappen te willen ondernemen: “Ik wil wederom een motie indienen en het probleem onder de aandacht brengen in de commissievergadering, en mogelijk bij het plenaire debat.”
Rol van de cao
De staatssecretarissen wijzen in hun antwoord ook naar de cao van werkontwikkelbedrijven, Aan de Slag. Deze werd van 2024 op 2025 stilzwijgend verlengd. Dit houdt in dat de cao van kracht is geworden voor 2025, zonder dat er aanpassingen zijn gedaan. Als deze cao was vernieuwd met een hoger loon, had de belastingwijziging mogelijk minder impact gehad. Toch geven de bewindspersonen aan afstand te houden van de cao-onderhandelingen, omdat zij daar formeel geen rol in spelen.
Ondertussen blijft de druk op de regering toenemen. Met de Kamervragen, de oproepen vanuit de gemeenten en de petitie van Cedris, die al ruim 18.000 handtekeningen heeft verzameld, wordt de roep om aanpassingen aan de belastingregel steeds sterker. Dit wordt ook beaamd door Lisa Westerveld: “het is ronduit schrijnend wat hier gebeurt.”
Foto: Valerie Kuypers.
Reactie plaatsen
Reacties