
Auteur: Chiel Morshuis
Medewerkers van sociale werkplaatsen in Nederland zijn de dupe van een nieuwe belastingmaatregel. Door een verlaging van de heffingskorting en een aanpassing van de arbeidskorting gaan mensen met een minimumloon en een parttime contract er netto op achteruit, tenzij zij meer gaan werken. Dit raakt vooral werknemers in sociale ontwikkelbedrijven, omdat zij vaak niet in staat zijn om meer uren te werken. Dit kan komen doordat deze mensen zijn afgekeurd, of door andere redenen. In Twente en de Achterhoek gaat het om honderden mensen die maandelijks tussen de 4 en 50 euro minder ontvangen.
Deze situatie leidde tot grote zorgen bij verschillende gemeenten en brancheorganisaties, zoals Cedris, die zich door middel van een petitie heeft inzet voor sociale werkvoorzieningen. Ook kamerpartij GroenLinks-PvdA trok aan de bel. Kamerleden Lisa Westerveld en Esmah Lahlah stelden op 28 januari Kamervragen aan de staatssecretarissen van Volksgezondheid, Sociale Zaken en Financiën. De strekking van deze vragen was duidelijk: wat gaat het kabinet hier aan veranderen?
Volgens Westerveld en Lahlah is het onacceptabel dat juist de meest kwetsbare werknemers worden getroffen door de belastingwijziging. “Deze mensen kunnen niet simpelweg meer gaan werken om het inkomensverlies te compenseren. Dit probleem moet zo snel mogelijk worden opgelost”, aldus Westerveld. Lahlah benadrukt in een schriftelijke reactie dat het kabinet verantwoordelijkheid moet nemen en niet kan wegkijken van de impact van de maatregel.
De staatssecretarissen hadden officieel drie weken de tijd om te reageren, maar vroegen op 20 februari uitstel aan.
Foto: ©Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Reactie plaatsen
Reacties